English
Detailed Translations for hunch forward from English to Dutch
hunch forward: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hunch: ingeving; inspiratie; voorgevoel
- forward: vervroegen; naar voren plaatsen; vroeger uitvoeren dan gepland; zenden; overmaken; opsturen; posten; toezenden; doen toekomen; iem. iets sturen; voorwaarts; vooruitstrevend; geavanceerd; progressief; aanvaller; voorspeler; voorhoedespeler; spitsspeler; voort; beleefd; voorkomend; beschaafd; gemanierd; welopgevoed; wellevend; nasturen; toegankelijk; aanspreekbaar; benaderbaar; toeschietelijk; genaakbaar; doorsturen; doorverbinden; doorzenden
hunch forward:
Translation Matrix for hunch forward:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | hump; hunch; hunch over |