English
Detailed Translations for in use from English to Dutch
in use: (*Using Word and Sentence Splitter)
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
- use: gebruiken; toepassen; benutten; aanwenden; aangrijpen; toepassing; gebruik; inzet; aanwending; hanteren; gebruik maken van; verbruik; consumptie; behandeling; hantering; bezigen; utiliseren; doel; zin; waarde; nut; verbruiken; consumeren; nuttigheid; opmaken; doorjagen; gebruikmaken
in use:
Translation Matrix for in use:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | busy; engaged |