Detailed Translations for keeps from English to Dutch
keep:
-
behouden;
bewaren;
conserveren
-
behouden
verb
(behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
-
bewaren
verb
(bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)
-
conserveren
verb
(conserveer, conserveert, conserveerde, conserveerden, geconserveerd)
-
-
to keep
-
Conjugations for keep:
present
- keep
- keep
- keeps
- keep
- keep
- keep
simple past
- kept
- kept
- kept
- kept
- kept
- kept
present perfect
- have kept
- have kept
- has kept
- have kept
- have kept
- have kept
past continuous
- was keeping
- were keeping
- was keeping
- were keeping
- were keeping
- were keeping
future
- shall keep
- will keep
- will keep
- shall keep
- will keep
- will keep
continuous present
- am keeping
- are keeping
- is keeping
- are keeping
- are keeping
- are keeping
subjunctive
- be kept
- be kept
- be kept
- be kept
- be kept
- be kept
diverse
- keep!
- let's keep!
- kept
- keeping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for keep:
Related Words for "keep":
Synonyms for "keep":
Antonyms for "keep":
Related Definitions for "keep":
-
a cell in a jail or prison1
-
the main tower within the walls of a medieval castle or fortress1
-
the financial means whereby one lives1
-
prevent (food) from rotting1
-
stick to correctly or closely1
-
maintain by writing regular records1
-
supply with necessities and support1
-
hold and prevent from leaving1
-
retain possession of1
-
look after; be the keeper of; have charge of1
-
maintain for use and service1
-
have as a supply1
-
store or keep customarily1
-
retain rights to1
-
allow to remain in a place or position or maintain a property or feature1
-
keep under control; keep in check1
-
stop (someone or something) from doing something or being in a certain state1
-
behave as expected during of holidays or rites1
-
conform one's action or practice to1
-
supply with room and board1
-
raise1
-
keep in a certain state, position, or activity; e.g.,1
-
continue a certain state, condition, or activity1
-
maintain in safety from injury, harm, or danger1
-
fail to spoil or rot1
Wiktionary Translations for keep:
keep
verb
-
to remain in, to be confined to
-
to maintain the condition of; to preserve
-
to maintain possession of
keep
verb
-
ervoor zorgen dat iets niet verloren raakt
-
voortduren, doorgaan
-
niet laten varen, het bezit ervan niet verliezen
Cross Translation:
From | To | Via |
• keep
|
→ bewaren; behartigen; handhaven; bergen; behouden; vrijwaren; waarnemen
|
↔ gaumen
—
(transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen
|
• keep
|
→ nakomen; naleven; uitvoeren; verrichten; vervullen; voltrekken
|
↔ accomplir
—
achever entièrement.
|
• keep
|
→ behouden; bergen; bewaren; conserveren; onderhouden; overhouden
|
↔ conserver
—
maintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
|
• keep
|
→ doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten; aanhouden; beklijven; duren; standhouden; voortduren; blijven
|
↔ continuer
—
poursuivre ce qui commencer.
|
• keep
|
→ aantekenen; boeken; registreren; vastleggen
|
↔ enregistrer
—
mettre, écrire quelque chose sur un registre, ou seulement en prendre note.
|
• keep
|
→ dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; behouden; bergen; bewaren; conserveren; handhaven; onderhouden; overhouden; doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten
|
↔ maintenir
—
tenir ferme et fixe.
|
• keep
|
→ gadeslaan; observeren; toekijken; toezien; waarnemen
|
↔ observer
—
Traductions à trier suivant le sens
|
• keep
|
→ behoeden; beschermen; bewaken; bewaren; de wacht hebben; hoeden; waken over
|
↔ protéger
—
prendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.
|
• keep
|
→ blijven; overblijven; resten; resteren; toeven; verblijven
|
↔ rester
—
continuer d’être à un endroit ou dans un état.
|
• keep
|
→ behouden; bergen; redden
|
↔ sauver
—
garantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté.
|
• keep
|
→ nauwer aanhalen; opwinden; spannen; strekken; uitrekken; dringen; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; bijschuiven; insluiten; opsluiten; wegbergen; wegsluiten; bergen; opbergen; aaneensluiten; binden; verdichten
|
↔ serrer
—
Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
|
• keep
|
→ houden; bijhouden; vasthouden
|
↔ tenir
—
Avoir en main, entre les bras, de manière à ne pas laisser aller.
|
• keep
|
→ beuren; heffen; ophalen; oprichten; tillen; verheffen; fokken; opfokken
|
↔ élever
—
Traductions à trier suivant le sens
|
External Machine Translations:
Related Translations for keeps