Summary
English
Detailed Translations for lacerate from English to Dutch
lacerate: (*Using Word and Sentence Splitter)
- lace: kant; kantkloswerk; kantwerk; kanten; rijgen; dichtsnoeren; dichtrijgen; tres; galon; omzoming
- rate: tarief; koers; valuta; wisselkoers; herleidingskoers; aanslaan; taxeren; plan; gedrag; houding; leiding; besturing; rijrichting
lacerate:
Translation Matrix for lacerate:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | lacerated; mangled; torn |
Related Words for "lacerate":
Synonyms for "lacerate":
Related Definitions for "lacerate":
External Machine Translations: