Summary
English
Detailed Translations for lead on from English to Dutch
lead on: (*Using Word and Sentence Splitter)
- lead: begeleiden; leiden; voeren; meevoeren; besturen; leiding geven; aanvoeren; voorzitten; managen; lood; voorsprong; tip; wenk; vingerwijzing; vingerwenk; geleiding; elektrische geleiding; leiding; voorgaan; aanvoering; spoor; aanwijzing; aanknopingspunt; in goede banen leiden; loden; van loodglazuur voorzien; plombe; naaiplombe; potentiële klant; sales lead
- on: aan; bij; erbij; erop; ten behoeve van; ten; ten tonele
lead on:
Translation Matrix for lead on:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | cozen; deceive; delude |