English
Detailed Translations for little hand from English to Dutch
little hand: (*Using Word and Sentence Splitter)
- little: klein; ondermaats; van geringe afmeting; weinig; minimaal; gering; minste; miniem; luttel; beetje; raar; uniek; zeldzaam; uitzonderlijk; zelden; schaars; ongewoon; ongemeen
- hand: hand; poot; klauw; jat; knuist; wijzer; geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; medewerker; werknemer; arbeider; personeelslid; werkkracht; arbeidskracht; klerk; reiken; aanbieden; handje; werker; werkman; knecht; handdruk; boerenknecht; hulpje
little hand:
Translation Matrix for little hand:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | hour hand |
Synonyms for "little hand":
Related Definitions for "little hand":
External Machine Translations: