Summary
English
Detailed Translations for look sharp from English to Dutch
look sharp: (*Using Word and Sentence Splitter)
- look: kijken; schouwen; toeschouwen; ogen; er uitzien; lijken; schijnen; eruit zien; toeschijnen; voorkomen; uiterlijk; vorm; type; aanzien; verschijning; buitenkant; gedaante; gelaat; vertoon; aangezicht; uitdrukking; expressie; gezichtsuitdrukking; gelaatsuitdrukking; kijkje; aanzicht; aanblik; blikken; blikken werpen; oogopslagen
- sharp: scherp; spits; bijdehand; raak; gevat; adrem; snedig; scherpgerand; vlijmscherp; vlijmend; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; toegespitst; messcherp; spitsig; spitsvormig; slim; kien; schril; snijdend; op afgebeten toon; intelligent; pienter; schrander; kwaad; bitter; giftig; woedend; puntig; uitgeslapen; nijdig; zeer boos; scherp gepunt; snugger
look sharp:
Translation Matrix for look sharp:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | festinate; hasten; hurry; rush |