English
Detailed Translations for make over from English to Dutch
make over: (*Using Word and Sentence Splitter)
- make: maken; scheppen; in het leven roepen; merk; maak; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; veranderen; wijzigen; afwisselen; herzien; verwisselen; makelij
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
makeover:
Synonyms for "makeover":
Related Definitions for "makeover":
make over:
Translation Matrix for make over:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | redo; refashion; remake; retread; rework | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | transfer |
Synonyms for "make over":
Related Definitions for "make over":
Wiktionary Translations for make over:
make over
verb
-
opnieuw doen
-
opnieuw maken
-
zodanig aan zichzelf werken of zichzelf behandelen dat men anders wordt
-
een kledingstuk veranderen
-
iets in een testament toebedelen