Summary
English to Dutch: more detail...
-
mark off:
The word mark off exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for mark off from English to Dutch
mark off: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mark: branden; markeren; brandmerken; inbranden; van stigma's voorzien; cijfer; schoolcijfer; tekenen; kenmerken; typeren; karakteriseren; kenschetsen; merken; aankruisen; eigenschap; merk; merkteken; punt; beoordelingscijfer; kenmerk; kenteken; etiket; iemand kenmerken; vinken; afvinken; aanstrepen; rapportcijfer; litteken; onderscheidingsteken; herkenningsteken; keurmerken; schietschijf; doelschijf
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
markoff:
Synonyms for "markoff":
Markoff:
Translation Matrix for Markoff:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | Andre Markoff; Andrei Markov; Markov |
Related Definitions for "Markoff":
mark off:
Translation Matrix for mark off:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | check; check off; mark; mark out; tick; tick off | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | mark; scribe |
Synonyms for "mark off":
Related Definitions for "mark off":
External Machine Translations: