Summary
English
Detailed Translations for meshwork from English to Dutch
meshwork: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mesh: maas; sporen; hij spoort niet helemaal; cloud; peer mesh; peer-to-peergrafiek; mesh
- work: taak; inspanning; werkzaamheid; ambacht; werken; arbeiden; werk; vak; beroep; leven; optreden; handelen; opereren; manipuleren; te werk gaan; procederen; werkzaam zijn; uit werken gaan; arbeid; job; karwei; wrochten; bezigheid; werkzaamheden; ageren
- Work: Werk
meshwork:
Translation Matrix for meshwork:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | mesh; meshing; net; network |