English
Detailed Translations for natural spring from English to Dutch
natural spring: (*Using Word and Sentence Splitter)
- natural: natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; eigen; van nature aanwezig; natuurtalent; aangeboren; ingeboren; huidkleur; vleeskleur; inheemse; inlandse; ongeldig; nietig
- spring: lente; voorjaar; lentetijd; voorjaarstijd; veren; opveren; bron; rivierbron; kiemen; ontkiemen; uit de kiem te voorschijn komen
natural spring:
Translation Matrix for natural spring:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | fountain; outflow; outpouring; spring |