English
Detailed Translations for ocean trip from English to Dutch
ocean trip: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ocean: zee; oceaan; wereldzee
- trip: reis; gang; tocht; rit; toer; tournee; dagreis; struikelen; uitstapje; excursie; dagtocht; trip; rondreis; tour; rondrit; tochtje; uitje; toertje; trippelen; met trippelpasjes lopen; met vlugge pasjes gaan; slippen; uitglijden; uitschuiven; uitschieten; wegschieten; onderuitgaan; uitglibberen; strompelen
ocean trip:
Translation Matrix for ocean trip:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | voyage |