Summary
English
Detailed Translations for opt from English to Dutch
opt:
-
to opt (choose)
Conjugations for opt:
present
- opt
- opt
- opts
- opt
- opt
- opt
simple past
- opted
- opted
- opted
- opted
- opted
- opted
present perfect
- have opted
- have opted
- has opted
- have opted
- have opted
- have opted
past continuous
- was opting
- were opting
- was opting
- were opting
- were opting
- were opting
future
- shall opt
- will opt
- will opt
- shall opt
- will opt
- will opt
continuous present
- am opting
- are opting
- is opting
- are opting
- are opting
- are opting
subjunctive
- be opted
- be opted
- be opted
- be opted
- be opted
- be opted
diverse
- opt!
- let's opt!
- opted
- opting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for opt:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| opteren | choose; opt | |
| - | choose; prefer |
Related Words for "opt":
Synonyms for "opt":
Related Definitions for "opt":
Wiktionary Translations for opt:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • opt | → kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken | ↔ choisir — Action de faire un choix ; prendre une personne ou une chose de préférence à une autre ou à plusieurs autres. |
| • opt | → aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken | ↔ désigner — Traduction à trier |
| • opt | → kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken | ↔ opter — Choisir entre deux ou plusieurs choses qu’on ne peut avoir ensemble, entre deux ou plusieurs partis pour l’un desquels il faut se déterminer. |