Summary
English to Dutch: more detail...
-
overdress:
The word overdress exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for overdress from English to Dutch
overdress: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
- dress: jurk; robe; aantrekken; aankleden; aandoen; kleren; tenue; gewaad; verwachting; zwangerschap; dracht; kleden; zich kleden; uitmonsteren; zich tooien; japon; jurkje; opmaken; afwerken; versieren; garneren; opsmukken; schotels garneren; zich aankleden; uitdossing; uniform; livrei; kleding
overdress:
Translation Matrix for overdress:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | deck out; deck up; dress up; fancy up; fig out; fig up; gussy up; overclothe; trick out; trick up |
Synonyms for "overdress":
Antonyms for "overdress":
Related Definitions for "overdress":
External Machine Translations: