English
Detailed Translations for overreach from English to Dutch
overreach: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; voorbij; gepasseerd; boven; bovenop; erboven; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; omver
- reach: bereiken; doordringen; penetreren in; reikwijdte; range; verspreidingsgebied; draagwijdte; bereik; bandbreedte; reiken; komen tot; weg; baan; afstand; traject; route; pad; ronde; etappe; tournee; baanvak; grijpen; pikken; jatten; graaien; grissen; wegkapen; snaaien
overreach:
Translation Matrix for overreach:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | beat; circumvent; outfox; outsmart; outwit |