Summary
English to Dutch: more detail...
-
person of means:
The word person of means exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for person of means from English to Dutch
person of means: (*Using Word and Sentence Splitter)
- person: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; iemand; mensenkind
- of: van; van de zijde van
- mean: bedoelen; ergens iets mee willen zeggen; betekenen; inhouden; neerkomen op; beogen; ten doel hebben; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; slecht; vals; min; laag; laaghartig; onedel; laag-bij-de-grond; beduiden; banaal; verachtelijk; vuig; onwaar; onecht; nagemaakt; bedriegelijk; in het geniep; gefingeerd; ploertig
- means: kapitaal; financiële middelen; geldmiddelen
External Machine Translations: