English
Detailed Translations for pigman from English to Dutch
pigman: (*Using Word and Sentence Splitter)
- pig: beer; mannetjesvarken
- man: man; gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; manspersoon; persoon; iemand; mens; wezen; individu; mensenkind; bemannen; goser; schijf; butler; kamerbediende; damschijf; kamerdienaar; herenknecht
pigman:
Translation Matrix for pigman:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | swineherd |