Summary
English
Detailed Translations for place upright from English to Dutch
place upright: (*Using Word and Sentence Splitter)
- place: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; plek; locatie; plaats; gebied; regio; streek; gewest; oord; gouw; landstreek; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; onderbrengen; huisvesten; herbergen; onderdak geven; onderdak verschaffen; iemand onderdak verlenen; bijzetten; situeren; zich afspelen; wegleggen; hoek; stekkie; navigatieplaats
- upright: integer; onbesproken; rechtschapen; onkreukbaar; rechtop; overeind; rechtopstaand; eerlijk; braaf; rechtvaardig; rechtgeaard; open; oprecht; ongeveinsd
place upright:
Translation Matrix for place upright:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | stand; stand up |