Summary
English to Dutch: more detail...
- prefer:
-
Wiktionary:
- prefer → voorkeur geven, verkiezen, prefereren
- prefer → prefereren, meer houden van, liever hebben, de voorkeur geven aan, verkiezen, voortrekken
English
Detailed Translations for prefers from English to Dutch
prefers form of prefer:
-
to prefer (choose)
-
to prefer (select; choose; sort out; pick out; single out; pick)
kiezen; selecteren; uitzoeken; uitkiezen; uitpikken; selectie toepassen; schiften; ziften-
selectie toepassen verb (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
-
to prefer (choose; select; pick; sort out)
verkiezen; uitverkiezen; selectie toepassen-
selectie toepassen verb (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
Conjugations for prefer:
present
- prefer
- prefer
- prefers
- prefer
- prefer
- prefer
simple past
- preferred
- preferred
- preferred
- preferred
- preferred
- preferred
present perfect
- have preferred
- have preferred
- has preferred
- have preferred
- have preferred
- have preferred
past continuous
- was preferring
- were preferring
- was preferring
- were preferring
- were preferring
- were preferring
future
- shall prefer
- will prefer
- will prefer
- shall prefer
- will prefer
- will prefer
continuous present
- am preferring
- are preferring
- is preferring
- are preferring
- are preferring
- are preferring
subjunctive
- be preferred
- be preferred
- be preferred
- be preferred
- be preferred
- be preferred
diverse
- prefer!
- let's prefer!
- preferred
- preferring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for prefer:
Related Words for "prefer":
Synonyms for "prefer":
Related Definitions for "prefer":
Wiktionary Translations for prefer:
prefer
Cross Translation:
verb
prefer
-
to favor
- prefer → voorkeur geven; verkiezen
verb
-
de voorkeur geven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• prefer | → prefereren | ↔ präferieren — transitiv: etwas einer anderen Sache den Vorzug geben, eine Präferenz/Vorliebe für etwas haben |
• prefer | → meer houden van; liever hebben; prefereren; de voorkeur geven aan; verkiezen; voortrekken | ↔ aimer mieux — préférer, aimer une chose par préférence à une autre. |
• prefer | → de voorkeur geven aan; prefereren; verkiezen; voortrekken | ↔ préférer — Mettre au-dessus, aimer mieux, se déterminer en faveur d’une personne, d’une chose plutôt que d’une autre. |