Summary
English to Dutch: more detail...
-
present itself:
The word present itself exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for present itself from English to Dutch
present itself: (*Using Word and Sentence Splitter)
- present: aanwezig; tegenwoordig; present!; tonen; laten zien; presenteren; vertonen; cadeau; kado; geschenk; present; aardigheid; aanbieden; indienen; van nu; huidig; momenteel; van vandaag; modern; hedendaags; eigentijds; aanraden; aanbevelen; tentoonstellen; voordragen; nomineren; exposeren; voor ogen brengen; iemand recommanderen; presentje; aardigheidje; opperen; bedelen; naar voren brengen; poneren; beschenken; begiftigen; opgevoerd worden; tijdseigen; o.t.t.; onvoltooid tegenwoordige tijd
- present!: aanwezig; tegenwoordig; present!
- its: zijn
- elf: elf; elfje; kabouter; fee; nachtelfje