Summary
English
Detailed Translations for prison-breaking from English to Dutch
prison-breaking: (*Using Word and Sentence Splitter)
- prison: doos; bak; gevangenis; lik; nor; bajes; strafinrichting; petoet; strafgevangenis; spinhuis; strafplaats
- break: breken; stukbreken; aan stukken breken; pauze; onderbreking; tussenpoos; breuk; fractuur; kapot maken; slechten; rustpauze; verpozing; rust; rusttijd; rustpoos; moeren; kapotmaken; mollen; in stukken breken; kapotbreken; uitbreken; ontsnapping; uitbraak; ontvluchting; inslaan; verbrijzelen; kapotslaan; stukslaan; aan stukken slaan; met opzet kapotmaken; lunch; middagpauze; lunchpauze; lunchtijd; schafttijd; schaftuur; kapotgaan; stukgaan; speelkwartier; onklaar raken; knakken; ingooien; lichten; licht worden; zich misdragen
- breaking: breken; daagt; kapotmaken; knakken
prison-breaking:
Translation Matrix for prison-breaking:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | break; breakout; gaolbreak; jailbreak; prisonbreak |
Synonyms for "prison-breaking":
Related Definitions for "prison-breaking":
External Machine Translations: