English
Detailed Translations for rubble from English to Dutch
rubble:
-
the rubble (broken stones; mortar; stone-chippings; plaster; stone-dust; stuff; chalk; slaked lime; quick lime; matter; lime; calcium)
de macadam; de mortel; het puin; de metselspecie; het steenslag; het gruis; het split; het steengruis; de bik
Translation Matrix for rubble:
Synonyms for "rubble":
Related Definitions for "rubble":
External Machine Translations: