English
Detailed Translations for seaboard from English to Dutch
seaboard: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sea: zee; oceaan; wereldzee; sop; schommeling; deining; zeegang; wiegeling
- board: beheer; bestuur; leiding; directie; lat; schroot; smalle plank; enteren; plaatsen; onderbrengen; huisvesten; herbergen; onderdak geven; kostgeld; onderdak verschaffen; iemand onderdak verlenen; inpakken; verpakken; inwikkelen; emballeren; deel; aandeel; part; legbord; kartonneren; hoofdbestuur
seaboard:
Translation Matrix for seaboard:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | seaside |