Summary
English to Dutch: more detail...
-
shelter:
- asiel; accommodatie; verblijfplaats; huisvesting; onderdak; behuizing; onderkomen; kwartier; tehuis; schuilplaats; toevluchtsoord; toevlucht; schuilkelder; schuilhoek; wijkplaats; stek; abri; wachthuisje; opvangcentrum; hospitium; vrijplaats; beschutting; luwte; bescherming; protectie; schuilhol; toevluchtshaven
- schuilen; uitwijken; toevluchten; wegkruipen; accommoderen; onderbrengen; huizen; herbergen; huisvesten; iemand huisvesten; onderdak verschaffen; onderdak geven; onderdak verlenen; plaatsen; iemand onderdak verlenen
-
Wiktionary:
- shelter → onderdak
- shelter → shelter, schat, toevluchtsoord, bolwerk, abri, heenkomen, schuilplaats, toeverlaat, toevlucht, afdak, luifel, markies, zonnescherm, bunker, asiel, vrijplaats, wachthuisje, schutdak, beveiligen, in veiligheid brengen, veilig stellen, vrijwaren, behoeden, beschermen, gastvrijheid verlenen aan, onderdak bieden, onder dak brengen, beschutten
-
User Contributed Translations for shelter:
- opvanghuis
English
Detailed Translations for shelter from English to Dutch
shelter:
-
the shelter (asylum; refuge; safety zone; retreat)
-
the shelter (accommodation; housing; lodging; quarters; lodgings)
de accommodatie; de verblijfplaats; de huisvesting; het onderdak; de behuizing; het onderkomen; het kwartier; het tehuis -
the shelter (hiding place; refuge; underground shelter; port of distress; asylum; lurking-place; free port; safety zone; haven of refuge; port of refuge)
de schuilplaats; het toevluchtsoord; de toevlucht; de schuilkelder; de schuilhoek; de wijkplaats; de stek -
the shelter
-
the shelter (refuge; asylum; retreat)
-
the shelter (crisis centre)
het opvangcentrum -
the shelter (accommodation; somewhere to sleep)
-
the shelter (refuge)
-
the shelter (lee)
-
the shelter (protection; cover; patronage)
-
the shelter (hiding place; refuge; lurking-place)
-
the shelter (refuge; asylum)
-
to shelter (refuge; hide)
-
to shelter (lodge; accommodate; house; take in to the house)
– provide shelter for 1accommoderen; onderbrengen; huizen; herbergen; huisvesten; iemand huisvesten; onderdak verschaffen; onderdak geven; onderdak verlenen-
iemand huisvesten verb
-
onderdak verschaffen verb (verschaf onderdak, verschaft onderdak, verschafte onderdak, verschaften onderdak, onderdak verschaft)
-
onderdak verlenen verb (verleen onderdak, verleent onderdak, verleende onderdak, verleenden onderdak, onderdak verleend)
-
to shelter (offer someone lodges; place; accomodate someone; lodge; board; station)
onderdak verschaffen; plaatsen; huisvesten; herbergen; onderbrengen; onderdak geven; iemand onderdak verlenen-
onderdak verschaffen verb (verschaf onderdak, verschaft onderdak, verschafte onderdak, verschaften onderdak, onderdak verschaft)
-
Conjugations for shelter:
present
- shelter
- shelter
- shelters
- shelter
- shelter
- shelter
simple past
- sheltered
- sheltered
- sheltered
- sheltered
- sheltered
- sheltered
present perfect
- have sheltered
- have sheltered
- has sheltered
- have sheltered
- have sheltered
- have sheltered
past continuous
- was sheltering
- were sheltering
- was sheltering
- were sheltering
- were sheltering
- were sheltering
future
- shall shelter
- will shelter
- will shelter
- shall shelter
- will shelter
- will shelter
continuous present
- am sheltering
- are sheltering
- is sheltering
- are sheltering
- are sheltering
- are sheltering
subjunctive
- be sheltered
- be sheltered
- be sheltered
- be sheltered
- be sheltered
- be sheltered
diverse
- shelter!
- let's shelter!
- sheltered
- sheltering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Translation Matrix for shelter:
Related Words for "shelter":
Synonyms for "shelter":
Related Definitions for "shelter":
Wiktionary Translations for shelter:
shelter
Cross Translation:
noun
shelter
-
a refuge or other protection
- shelter → onderdak
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• shelter | → shelter | ↔ Hangar — Militär: als Betonröhre konzipierter, zumeist mit Erde bedeckter und zur Tarnung mit Gras bewachsener Luftschutzbunker, in dem auf Militärflugplätzen militärisches Fluggerät zum Schutz vor Fremdeinwirkung untergestellt wird |
• shelter | → schat; toevluchtsoord; bolwerk | ↔ Hort — dichter.|, sonst va.|: (vor allem aus Gold beziehungsweise goldenen Gegenständen zusammengesetzter) Schatz |
• shelter | → abri | ↔ Obdach — vorübergehende Unterkunft |
• shelter | → heenkomen; schuilplaats; toeverlaat; toevlucht; toevluchtsoord; afdak; luifel; markies; zonnescherm; bunker; asiel; vrijplaats; wachthuisje; abri; schutdak | ↔ abri — Traductions à trier suivant le sens. |
• shelter | → beveiligen; in veiligheid brengen; veilig stellen; vrijwaren; behoeden; beschermen; gastvrijheid verlenen aan; onderdak bieden; onder dak brengen; beschutten | ↔ abriter — mettre à l'abri |
User Contributed Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
shelter | opvanghuis | 4 |
External Machine Translations: