Summary
English
Detailed Translations for shop at from English to Dutch
shop at: (*Using Word and Sentence Splitter)
- shop: winkel; winkelzaak; winkelen; inkopen; inslaan; boodschappen doen; inkopen doen; bedrijf; zaak; onderneming; firma; werkplaats
- at: te; via; ter; bij; erbij; erop; in; aan; tot; totdat; tot bij; naar; ergens naartoe; à; ten; ten huize van
shop at:
Translation Matrix for shop at:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | buy at; frequent; patronise; patronize; shop; sponsor |