Summary
English
Detailed Translations for spice up from English to Dutch
spice up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- spice: kruiden; kruiden toevoegen; kruid; specerij; kruiderij; smaakmaker; marineren; toebereiden
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
spice up:
Translation Matrix for spice up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | spice; zest |