English
Detailed Translations for starting signal from English to Dutch
starting signal: (*Using Word and Sentence Splitter)
- start: begin; inzet; opening; start; aanvang; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; ondernemen; aangaan; initiatief; aanzet; aanknopen; aanbinden; aanbreken; een begin nemen; inzetten; intreden; op gang komen; inschakelen; aanzetten; aanmaken; aandoen; inluiden; uitgeven; lanceren; op de markt brengen; openen; inleiden; verlaten; verdwijnen; heengaan; wegtrekken; afreizen; wegreizen; opstarten; opstijgen; omhoogkomen; opvliegen; van wal gaan; van wal steken
- starting: beginnen; aanvangen; vertrek; afreis; inzetten; aanheffen; afvaart; uitvaren; afvaren; aansnijden; entameren
- signal: opmerken; waarnemen; signaleren; bemerken; gewaarworden; signaal; wijzen; attenderen; teken; sein; wenk; merken; certificeren; bekrachtigen; bestempelen; waarmerken; seinen; signalen geven; geluidssignaal; geluidssein
starting signal:
Translation Matrix for starting signal:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | start |