English
Detailed Translations for stopping point from English to Dutch
stopping point: (*Using Word and Sentence Splitter)
- stop: tegenhouden; stopzetten; tot staan brengen; stoppen; remmen; afremmen; opgeven; ophouden; staken; uitscheiden; ermee uitscheiden; vertraging; oponthoud; halte; stopplaats; halteplaats; inhouden; besluiten; beslissen; stilstaan; blijven staan; stilhouden; halt houden; afzetten; stilzetten; tot stilstand brengen; halt; vastlopen; haperen; stokken; blijven steken; weerhouden; beletten; afhouden; stillen; stelpen; ervanaf houden; tegenwerken; dichten; dwarsbomen; dwarsliggen; gaten stoppen; vertragen; temporiseren; halthouden
- stopping: eindigen; ophouden; staken; kappen; afhaken; uitscheiden; vulling; opvulling; vulsel; stilhouden; aborteren; stoppen; afstoppen; doen stoppen; weerhouden; beletten; afhouden
- point: wijzen; attenderen; spitsen; pointe; aangeven; aanduiden; indiceren; wijzen naar; iets aanwijzen; punt; aanwijzen; point
stopping point:
Translation Matrix for stopping point:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | close; conclusion; finale; finis; finish; last |
Synonyms for "stopping point":
Related Definitions for "stopping point":
External Machine Translations: