English
Detailed Translations for trade good from English to Dutch
trade good: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trade: handel; commercie; handelen; handel drijven; koophandel; handelsverkeer; negotie; ruilen; wisselen; uitwisselen; verwisselen; omruilen; omwisselen; inwisselen; verruilen; waar; koopwaar; handelswaar; klandizie; nering; verbeteren; herstellen; vernieuwen; renoveren; hernieuwen; metier
- good: goed; artikel; zaak; ding; voorwerp; object; item; leuk; fijn; aangenaam; prettig; plezierig; plezant; behaaglijk; geschikt; bekwaam; capabel; competent; lief; zoet; braaf; voorbeeldig; deugdzaam; akkoord; in orde; mee eens; deskundig; vakkundig; vakbekwaam; oordeelkundig; ter zake kundig; product
trade good:
Translation Matrix for trade good:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | commodity; good |