Summary
English to Dutch: more detail...
-
trick of the trade:
The word trick of the trade exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.
English
Detailed Translations for trick of the trade from English to Dutch
trick of the trade: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trick: kunst; truc; handigheid; behendigheid; kunstje; kunstgreep; kneep; kneepje; foefje; maniertje; streek; loer; manoeuvre; list; slimheid; sluwe streek; trucage; uitstapje; uitje; trip; tochtje; toertje; poets; verneuken; bedonderen; bezwendelen; afzetten; voor de gek houden; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen
- of: van; van de zijde van
- the: het; de
- trade: handel; commercie; handelen; handel drijven; koophandel; handelsverkeer; negotie; ruilen; wisselen; uitwisselen; verwisselen; omruilen; omwisselen; inwisselen; verruilen; waar; koopwaar; handelswaar; klandizie; nering; verbeteren; herstellen; vernieuwen; renoveren; hernieuwen; metier