English
Detailed Translations for true pine from English to Dutch
true pine: (*Using Word and Sentence Splitter)
- true: waar; precies; juist; uitgerekend; kloppend; eerlijk; open; oprecht; rechtschapen; waarachtig; werkelijk; daadwerkelijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; waarheidsgetrouw
- pine: hopen; verlangen; spinzen; van hoop vervuld zijn; grenen; pijnboomhout; smachten; snakken; wegkwijnen; kwijnen; verkwijnen; kwijnend verlangen; dennenboom; sparrenboom; grove den; grove spar; greneboom; mastspar; grenenhout
true pine:
Translation Matrix for true pine:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | pine; pine tree |