Summary
English to Dutch: more detail...
-
trunk call:
The word trunk call exists in our database, but we currently do not have a translation from English to Dutch.-
Synonyms for "trunk call":
long distance; long-distance call; call; phone call; telephone call
-
Synonyms for "trunk call":
English
Detailed Translations for trunk call from English to Dutch
trunk call: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trunk: koffer; kofferbak; bagageruimte; achterbak; kofferruimte; stam; phylum; romp; laadbakken; achterbakken
- Call: Nummer kiezen
- call: noemen; vernoemen; een naam geven; bellen; aanbellen; opbellen; telefoontje plegen; iemand opbellen; roepen; benoemen; bestempelen; betitelen; aanroepen; praaien; luiden; telefoontje; bonzen; belletje; telefonisch bericht; erbij halen; oproeping; convocatie; erbij roepen; bijeenroepen; lokroep; samenroepen; convoceren; loktoon; oproep; afkondigen; verordenen; geluidssignaal; decreteren; ordonneren; geluidssein; verordineren
trunk call:
Translation Matrix for trunk call:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | long distance; long-distance call |
Synonyms for "trunk call":
Related Definitions for "trunk call":
External Machine Translations: