Summary
English to Dutch: more detail...
-
wrongdoer:
-
Wiktionary:
wrongdoer → boosdoener -
Synonyms for "wrongdoer":
offender; bad person
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for wrongdoer from English to Dutch
wrongdoer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- wrong: fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; ongelijk; onrecht; verkeerde; abuis; in de war; doorelkaar; onrechtvaardigheid; ongerechtigheid; abusief; onbillijkheid
- doer: bedrijver
- do: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; werken; arbeiden; afleggen; meters maken
wrongdoer:
Translation Matrix for wrongdoer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | offender |
Synonyms for "wrongdoer":
Related Definitions for "wrongdoer":
Wiktionary Translations for wrongdoer:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wrongdoer | → boosdoener | ↔ malfaiteur — Celui qui commettre des méfaits, des vols, voire des crimes. |