Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
dirigir la palabra:
-
Wiktionary:
dirigir la palabra → aanspreken, aankaarten
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for dirigir la palabra from Spanish to Dutch
dirigir la palabra: (*Using Word and Sentence Splitter)
- dirigir: verwijzen; besturen; leiding geven; voorzitten; managen; sturen; zenden; aan het stuur zitten; leiden; leidinggeven; aanvoeren; commanderen; bevel voeren over; regisseren; adresseren; adres aanbrengen; afspreken; regelen; dirigeren; arrangeren; bedisselen; orkest dirigeren; zich voegen
- la: het; de
- palabra: woord; taal; goudklomp; inleiding; voorwoord; introductie; meningsuiting; uitlating; proloog; voorbericht
Wiktionary Translations for dirigir la palabra:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dirigir la palabra | → aanspreken | ↔ ansprechen — anfangen mit jemandem zu sprechen; mit jemandem ein Gespräch beginnen |
• dirigir la palabra | → aankaarten | ↔ ansprechen — etwas ansprechen: etwas zur Sprache bringen / zum Thema des Gespräches machen |