Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
zapatilla de tennis:
-
Wiktionary:
zapatilla de tennis → tennisschoen
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for zapatilla de tennis from Spanish to Dutch
zapatilla de tennis: (*Using Word and Sentence Splitter)
- zapatilla: pantoffel; slof; muil; huisschoen
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- tener: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben
- NIS: NIS; Network Information Service
Wiktionary Translations for zapatilla de tennis:
zapatilla de tennis
noun
-
schoeisel|nld een hakloze soepele schoen, speciaal om tennis te spelen
Related Translations for zapatilla de tennis
Dutch