Spanish
Detailed Translations for comer dulces from Spanish to Dutch
comer dulces: (*Using Word and Sentence Splitter)
- comer: eten; bikken; naar binnen werken; gebruiken; nuttigen; opeten; consumeren; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen; dineren; tafelen; uitgebreid eten; schaften; vreten; opvreten; binnenkrijgen; opslokken; zwelgen; verslinden; verzwelgen
- dulce: zacht; zacht aanvoelend; zoet; gesuikerd; zoetsmakend; lieftallig; elegant; sierlijk; gracieus; zoetsappig; kandij; tussendoortje; zoetigheid; mals; lekkers; versnapering; ulevel
- dulces: snoep; zoetigheid; snoepjes; lekkers; taart; gebak; snoepgoed; suikergoed; suikerwerk; kandij; tussendoortje; versnapering
Wiktionary Translations for comer dulces:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• comer dulces | → snoepen | ↔ naschen — essen oder kosten (besonders Süßigkeiten) |