Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
comodato:
-
Wiktionary:
comodato → bruikleen, bruiklening, commodaat
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for comodato from Spanish to Dutch
comodato: (*Using Word and Sentence Splitter)
- como: naar; zoals; hoe; op welke manier; ook; op dezelfde wijze; dito; desgelijks; precies zo; zo; direct; zo meteen; net als; net zo; evenzo; zowel als; gelijk; soortgelijk
- dato: feit; gegeven; bekend feit; informatie; kennisoverdracht
- cómo: hoe; wat voor een; hoedanig
- comer: eten; bikken; naar binnen werken; gebruiken; nuttigen; opeten; consumeren; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen; dineren; tafelen; uitgebreid eten; schaften; vreten; opvreten; binnenkrijgen; opslokken; zwelgen; verslinden; verzwelgen
- comerse: eten; opeten; gebruiken; verbruiken; consumeren; verdragen; doorstaan; verteren; vreten; verslinden; binnenkrijgen; opslokken; verduren; verorberen; zwelgen; doorleven; verzwelgen; opvreten; invreten; oppeuzelen; inbijten; muziek componeren; iets uitgeven
Wiktionary Translations for comodato:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• comodato | → bruikleen; bruiklening; commodaat | ↔ commodat — droit|fr contrat par lequel une chose est prêter gratuitement à l'emprunteur, à la charge de la restituer en nature. |