Spanish
Detailed Translations for flor de Pascua from Spanish to Dutch
flor de Pascua: (*Using Word and Sentence Splitter)
- flor: bloem; voorplantingsorgaan van plant; bloesem; hoogtij; hoogtijdagen; bloeitijd; pegel; glorietijd; glansperiode; ijskegel
- flúor: fluor
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- país: land; landschap
- cuña: wig; keg; keil; schroefbank
Wiktionary Translations for flor de Pascua:
flor de Pascua
Cross Translation:
noun
-
plantkunde|nld species|Euphorbia pulcherrima plant uit de wolfsmelkfamilie (species|Euphorbiaceae)
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• flor de Pascua | → kerstster | ↔ poinsettia — plant |
• flor de Pascua | → kerstster | ↔ étoile de Noël — plantes|fr Arbrisseau de la famille des Euphorbiacées, originaire du sud du Mexique et du Guatemala. Les fleurs insignifiantes forment des cyathes entourées de bractées rouge vif donnant son aspect décoratif à la plante. |