Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
estación de radio:
-
Wiktionary:
estación de radio → radiostation
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for estación de radio from Spanish to Dutch
estación de radio: (*Using Word and Sentence Splitter)
- estación: station; seizoen; jaargetijde
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- radiar: zenden; uitstralen; uitzenden; stralen; iets uitstralen; rondstralen; bestralen; chemotherapie geven; blaken; licht schijnen; licht uitzenden
- radio: radio; uitzending; radioprogramma; radiotoestel; radius; omroep; spaakbeen; radium; radio-en televisieomroep
Wiktionary Translations for estación de radio:
estación de radio
noun
-
een radiozender die geregelde programma's verzorgt
Related Translations for estación de radio
Dutch