Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
muchacho de los mandados:
-
Wiktionary:
muchacho de los mandados → factotum, manusje-van-alles
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for muchacho de los mandados from Spanish to Dutch
muchacho de los mandados: (*Using Word and Sentence Splitter)
- muchacho: tiener; teenager; joch; baasje; klein kereltje
- dar: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; verlenen; doneren; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; verdelen; uitreiken; distribueren; ronddelen; draaien; wenden; meegeven; meesturen; zwenken; meezenden; toebrengen; toewijzen; toekennen; gunnen; ondervragen; uitkeren; toebedelen; verhoren; overhoren; uitvragen; uithoren; gunst verlenen; iets toekennen
- darse: spelen; optreden; performen; geven; schenken; doneren; gunnen; gunst verlenen
- dársela: verneuken
- los: de; hun; hen; men
- líos: zorgen; problemen; moeilijkheden; sores; ergernis; chagrijn; probleem; ramp; moeilijkheid; narigheid; rampspoed; penarie; rottigheid; geharrewar
- mandar: sturen; verzenden; opsturen; posten; toezenden; wegsturen; wegzenden; zenden; versturen; overmaken; doen toekomen; iem. iets sturen; bestellen; brengen; bezorgen; afgeven; overhandigen; afleveren; thuisbezorgen; leiden; leidinggeven; aanvoeren; commanderen; bevel voeren over; ontslaan; uitsturen; ontheffen; besturen; leiding geven; voorzitten; managen; gebieden; bevelen; opdragen; gelasten; verordenen; decreteren; opdracht geven; instrueren; inzenden; insturen; instructie geven; beheersen; onderwerpen; overheersen; doordrijven; heersen over; verordonneren; machtiger zijn; voorschrijven; heerschappij voeren; opgeven; belasten; overgeven; heersen; uitleveren; dicteren; capituleren; zich overgeven; de overhand hebben; majoreren
- dos: twee
- Dúos: Duet
Wiktionary Translations for muchacho de los mandados:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• muchacho de los mandados | → factotum; manusje-van-alles | ↔ factotum — general servant |
• muchacho de los mandados | → manusje-van-alles; factotum | ↔ factotum — jack-of-all-trades |