Spanish
Detailed Translations for hacer siesta from Spanish to Dutch
hacer siesta: (*Using Word and Sentence Splitter)
- hacer: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; uitspoken; uithalen; losmaken; uittrekken; tornen; loskrijgen; lostornen; neerleggen; formeren; onderuit halen
- siesta: siësta; middagslaapje; dutje; tukje; uiltje; middagdutje
Wiktionary Translations for hacer siesta:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hacer siesta | → een dutje doen | ↔ nap — To have a nap |