Summary
Spanish to Dutch: more detail...
-
rivalizar:
-
Wiktionary:
rivalizar → concurreren, mededingen
rivalizar → meewerken, aan een wedstrijd deelnemen, wedijveren, concurreren, meedingen -
Synonyms for "rivalizar":
batir; luchar; pelear; batallar; guerrear; contender
emular; competir; pugnar; porfiar
lidiar; discutir; debatir; disputar; polemizar; controvertir; litigar; tratar; deliberar
-
Wiktionary:
Spanish
Detailed Translations for rivalizar from Spanish to Dutch
rivalizar: (*Using Word and Sentence Splitter)
Spelling Suggestions for: rivalizar
rivalizar:
Synonyms for "rivalizar":
Wiktionary Translations for rivalizar:
rivalizar
Cross Translation:
verb
-
(inergatief) economie|nld commercieel wedijveren
-
samen met anderen naar iets dingen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rivalizar | → meewerken; aan een wedstrijd deelnemen; wedijveren; concurreren; meedingen | ↔ concourir — tendre ensemble au même but, coopérer. |
• rivalizar | → concurreren; meedingen; wedijveren | ↔ rivaliser — disputer de talent, de mérite, etc., avec quelqu’un, en approcher, l’égaler. |
External Machine Translations:
Dutch