Spanish
Detailed Translations for sin forma from Spanish to Dutch
sin forma: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sin: bovendien; zonder; daarbij; daarenboven; behalve dat
- forma: manier; procedure; wijze; methode; wijs; handelwijze; trant; figuur; gestalte; gedaante; postuur; vorm; conditie; in vorm zijn; silhouet; afgietsel; gietsel; lichaamslijn; afgieting; koers; valuta; wisselkoers; etiquette; herleidingskoers; pasvorm; schim; gedragslijn; inkleding; moedervorm; wijze van voorstellen; shape
- formar: vervaardigen; kneden; vormen; modelleren; boetseren; vorm geven; maken; scheppen; in het leven roepen; leren; onderwijzen; bijbrengen; afwijzen; verwerpen; verweren; afketsen; wegstemmen; terugwijzen; benoemen; aanstellen; opleiden; installeren; scholen; formeren; regelen; afstemmen; instellen; vormgeven; initiëren; arrangeren; op gang brengen; iets op touw zetten
- formarse: ontstaan; voortkomen; rijzen; oprijzen