Summary
Spanish to Dutch: more detail...
- accesorio:
-
Wiktionary:
- accesorio → accessoire
- accesorio → bijkomend, bijkomstig
- accesorio → toegevoegd, meegeleverd, toebehoren, aanhangsel, accessoire, utensiliën, gebruiksvoorwerp, bijbehorend, bijkomend, bijkomstig, accessorisch, accessoir, hulp-, bij-, minder belangrijk, ver, zij-, zijdelings
Spanish
Detailed Translations for accesorio from Spanish to Dutch
accesorio:
-
el accesorio
-
el accesorio (periférico)
Translation Matrix for accesorio:
Noun | Related Translations | Other Translations |
accessoire | accesorio; periférico | |
hulpstuk | accesorio | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
randapparaat | accesorio; periférico |
Related Words for "accesorio":
Synonyms for "accesorio":
Wiktionary Translations for accesorio:
accesorio
Cross Translation:
noun
-
een attribuut dat als aanvulling dient
-
een andere zaak dan de hoofdzaak aanduidend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• accesorio | → toegevoegd; meegeleverd | ↔ accessory — having a supplementary function |
• accesorio | → toebehoren; aanhangsel; accessoire | ↔ accessory — that which belongs to something else deemed the principal, attachment |
• accesorio | → utensiliën; gebruiksvoorwerp | ↔ Utensil — meist Plural: Gegenstand, den man für einen bestimmten Zweck benützt |
• accesorio | → bijbehorend; bijkomend; bijkomstig; accessorisch; accessoir | ↔ accessoire — Qui n’regarder que comme la suite, l’accompagnement ou la dépendance de quelque chose de principal. |
• accesorio | → hulp-; bij-; minder belangrijk; ver; zij-; zijdelings; bijbehorend; bijkomend; bijkomstig; accessorisch; accessoir | ↔ auxiliaire — à classer |