Spanish

Detailed Translations for accesorio from Spanish to Dutch

accesorio:

accesorio [el ~] noun

  1. el accesorio
    het hulpstuk
  2. el accesorio (periférico)

Translation Matrix for accesorio:

NounRelated TranslationsOther Translations
accessoire accesorio; periférico
hulpstuk accesorio
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
randapparaat accesorio; periférico

Related Words for "accesorio":


Synonyms for "accesorio":


Wiktionary Translations for accesorio:

accesorio
noun
  1. een attribuut dat als aanvulling dient
adjective
  1. een andere zaak dan de hoofdzaak aanduidend

Cross Translation:
FromToVia
accesorio toegevoegd; meegeleverd accessory — having a supplementary function
accesorio toebehoren; aanhangsel; accessoire accessory — that which belongs to something else deemed the principal, attachment
accesorio utensiliën; gebruiksvoorwerp Utensilmeist Plural: Gegenstand, den man für einen bestimmten Zweck benützt
accesorio bijbehorend; bijkomend; bijkomstig; accessorisch; accessoir accessoire — Qui n’regarder que comme la suite, l’accompagnement ou la dépendance de quelque chose de principal.
accesorio hulp-; bij-; minder belangrijk; ver; zij-; zijdelings; bijbehorend; bijkomend; bijkomstig; accessorisch; accessoir auxiliaire — à classer

Related Translations for accesorio