Summary
Spanish to Dutch: more detail...
- apariencia:
-
Wiktionary:
- apariencia → schijn, verschijning
- apariencia → aanblik, verschijning, gelaatsuitdrukking, voorkomen, uiterlijk, snelheid, tempo, vaart, aanzien, air, schijn, zeilstand
Spanish
Detailed Translations for apariencia from Spanish to Dutch
apariencia:
-
la apariencia
de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; iemand zijn uiterlijk; de vorm; het vertoon; de buitenkant; het aangezicht -
la apariencia (reputación; nombre; llamada; apellido; denominación)
-
la apariencia (exterior; tamaño; aparición; semblante)
-
la apariencia (pretensión; ilusión)
-
la apariencia (fachada; farsa)
-
la apariencia (subterfugio; fachada; brillo; pretexto; resplandor; farsa; simulación)
de voorwending
Translation Matrix for apariencia:
Related Words for "apariencia":
Synonyms for "apariencia":
Wiktionary Translations for apariencia:
apariencia
Cross Translation:
noun
-
bedriegelijk voorkomen
- schijn → apariencia; aire
-
het verschijnen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• apariencia | → aanblik | ↔ appearance — Semblance, or apparent likeness |
• apariencia | → verschijning; gelaatsuitdrukking | ↔ countenance — face |
• apariencia | → voorkomen; uiterlijk | ↔ guise — way of speaking or acting |
• apariencia | → snelheid; tempo; vaart; aanblik; aanzien; air; verschijning; schijn; uiterlijk; voorkomen; zeilstand | ↔ allure — façon d’aller, de marcher. |