Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate indicios

Translate indicios from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

indicios:
- steunpunten; aanknopingspunten; voortekenen
indicio:
- symptoom; aanwijzing; teken; indicatie; voorloper; voorbode; aankondiger; voorteken
Wiktionary:
- indicio → afdruk, spoor, voetspoor

Spanish

Detailed Translations for indicios from Spanish to Dutch

indicios:

indicios [el ~] noun

el indicios (puntos de apoyo)
de steunpunten; de aanknopingspunten
- steunpunten [de ~] noun, plural
- aanknopingspunten [de ~] noun, plural
el indicios (señales; signos)
de voortekenen
- voortekenen [de ~] noun, plural

Translation Matrix for indicios:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanknopingspunten	indicios; puntos de apoyo
steunpunten	indicios; puntos de apoyo
voortekenen	indicios; señales; signos

Related Words for "indicios":

indicio

indicio:

indicio [el ~] noun

el indicio (indicación; señal; síntoma)
het symptoom; de aanwijzing; het teken; de indicatie
- symptoom [het ~] noun
- aanwijzing [de ~ (v)] noun
- teken [het ~] noun
- indicatie [de ~ (v)] noun
el indicio (precursor; mensajero; síntoma; precursora; signo precursor; presagio)
de voorloper; de aanwijzing; de voorbode; de aankondiger; het voorteken
- voorloper [de ~ (m)] noun
- aanwijzing [de ~ (v)] noun
- voorbode [de ~ (m)] noun
- aankondiger [de ~ (m)] noun
- voorteken [het ~] noun

Translation Matrix for indicio:

Noun	Related Translations	Other Translations
aankondiger	indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
aanwijzing	indicación; indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; señal; signo precursor; síntoma	asignación; comando; directivas; directrices; encargo; enseñanza; espolón; esporo; espuela; gesto; huella; indicación; información; instrucción; mandato; mando; misión; orden; punta; punto de referencia; seña; señal; sugerencia; tarea; vestigio; vía
indicatie	indicación; indicio; señal; síntoma
symptoom	indicación; indicio; señal; síntoma	síntoma
teken	indicación; indicio; señal; síntoma	comprobante; documento de prueba; insignia; muestra; plumazo; prueba; seña; señal; signo
voorbode	indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
voorloper	indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
voorteken	indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
Not Specified	Related Translations	Other Translations
teken		carácter

Related Words for "indicio":

indicios

Synonyms for "indicio":

amago; conato; asomo; señal; síntoma; muestra; signo; manifestación; vislumbre; ribete
banderilla; garapullo; rehilete; palos; repullo; palitroque; arponcillo; alarde; aviso
barrunto; presunción; sospecha; atisbo; conjetura; suposición; corazonada; presentimiento; noticia
rastro; rastra; rastrillo; huella; vestigio; pista
representación

Wiktionary Translations for indicio:

Cross Translation:

From	To	Via
• indicio	→ afdruk; spoor; voetspoor	↔ empreinte — Figure empreinte, impression, marque.