Spanish
Detailed Translations for ir a trabajar from Spanish to Dutch
ir a trabajar:
-
ir a trabajar (salir a trabajar; trabajar en)
werkzaam zijn; uit werken gaan-
werkzaam zijn verb (ben werkzaam, bent werkzaam, is werkzaam, was werkzaam, waren werkzaam, werkzaam geweest)
-
uit werken gaan verb
-
Translation Matrix for ir a trabajar:
Verb | Related Translations | Other Translations |
uit werken gaan | ir a trabajar; salir a trabajar; trabajar en | |
werkzaam zijn | ir a trabajar; salir a trabajar; trabajar en |