Spanish

Detailed Translations for maestra from Spanish to Dutch

maestra:

maestra [la ~] noun

  1. la maestra (señorita; señora; chica; )
    de mejuffrouw; de juffrouw
  2. la maestra (profesora; educadora; instructora)
    de onderwijzeres; de juffrouw; de juf; de schooljuffrouw
  3. la maestra (dueña; dominadora; ama)
    de bazin
  4. la maestra (soberana; dominadora; dueña)
    de heerseres

Translation Matrix for maestra:

NounRelated TranslationsOther Translations
bazin ama; dominadora; dueña; maestra ama; dueña
heerseres dominadora; dueña; maestra; soberana
juf educadora; instructora; maestra; profesora
juffrouw chica; dama; doncella; educadora; gata; instructora; maestra; mujer; niña; profesora; señora; señorita
mejuffrouw chica; dama; doncella; gata; maestra; mujer; niña; señora; señorita
onderwijzeres educadora; instructora; maestra; profesora
schooljuffrouw educadora; instructora; maestra; profesora

Wiktionary Translations for maestra:

maestra
noun
  1. beroep|nld f-form|instructeur
  2. onderwijs|nld, beroep|nld vrouw die les geeft in het lager of middelbaar onderwijs
  3. een oude benaming voor een vrouwelijke leraar op een lagere school of basisschool
  4. onderwijs|nld vrouw die (lager) onderwijs geeft vaak kortweg juf genoemd, schooljuf, onderwijzeres

Cross Translation:
FromToVia
maestra leraar; lerares; onderwijzer; onderwijzeres; docent; docente; leerkracht; schoolmeester teacher — person who teaches

Related Translations for maestra