Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. postres:
  2. postre:
  3. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for postres from Spanish to Dutch

postres:

postres [el ~] noun

  1. el postres
    de desserts; de toetjes

Translation Matrix for postres:

NounRelated TranslationsOther Translations
desserts postres
toetjes postres

Related Words for "postres":


postre:

postre [el ~] noun

  1. el postre
    de dessert; het nagerecht; het toetje; de toespijs

Translation Matrix for postre:

NounRelated TranslationsOther Translations
dessert postre
nagerecht postre
toespijs postre entremés
toetje postre

Related Words for "postre":


Wiktionary Translations for postre:

postre
noun
  1. het gerecht waarmee een maaltijd wordt afsluiten
  2. het gerecht waarmee een maaltijd wordt afgesloten
  3. het gerecht waarmee een maaltijd wordt afsluiten. dimt

Cross Translation:
FromToVia
postre dessert; toetje; nagerecht dessert — sweet confection served as the last course of a meal
postre dessert; toetje; nagerecht Nachtisch — der letzte Gang einer ausgedehnten Mahlzeit, der nach der Hauptspeise serviert wird
postre nagerecht; dessert; toetje; toespijs dessert — (cuisine) mets généralement sucré servi à la fin d’un repas.