Spanish

Detailed Translations for testarudez from Spanish to Dutch

testarudez:

testarudez [la ~] noun

  1. la testarudez
    de koppigheid; de hardnekkigheid; de weerbarstigheid; de weerspannigheid; de halsstarrigheid; de stijfkoppigheid; stijfhoofdigheid; hardhoofdigheid
  2. la testarudez (obstinación; capricho; terquedad; tozudez)
    de eigenzinnigheid; de eigenwijsheid; de eigengereidheid

Translation Matrix for testarudez:

NounRelated TranslationsOther Translations
eigengereidheid capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
eigenwijsheid capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
eigenzinnigheid capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez
halsstarrigheid testarudez
hardhoofdigheid testarudez
hardnekkigheid testarudez
koppigheid testarudez
stijfhoofdigheid testarudez
stijfkoppigheid testarudez
weerbarstigheid testarudez
weerspannigheid testarudez desgana; mala voluntad

Synonyms for "testarudez":


External Machine Translations: